We leven ons dagelijks leven in de overtuiging dat de wereld buiten ons onafhankelijk van ons bestaat. We zien huizen, bomen, auto’s, mensen, en nemen aan dat deze objecten er zijn, ongeacht of wij ze opmerken of niet. Deze overtuiging, dat er een objectieve wereld is die losstaat van onze ervaring, lijkt vanzelfsprekend. Maar wat gebeurt er als we deze vanzelfsprekendheid in twijfel trekken? Wat als de wereld die we waarnemen, niet buiten ons bewustzijn bestaat, maar juist verschijnt binnen dat bewustzijn?

Waarneming als bron van de wereld

Laten we beginnen met een eenvoudig maar fundamenteel punt: alles wat we weten over de wereld, weten we via onze waarneming. Dit betekent dat wat we “de wereld” noemen, altijd gemedieerd is door onze zintuigen. We zien kleuren, horen geluiden, voelen texturen, proeven smaken en ruiken geuren. Deze zintuiglijke waarnemingen zijn de basis van onze ervaring van de wereld. Maar hier komt de vraag: hebben we ooit de wereld rechtstreeks ervaren, zonder tussenkomst van onze zintuigen en gedachten?

Sommigen zouden hier tegenwerpen dat onze waarneming ons betrouwbare informatie geeft over een objectieve werkelijkheid. Wanneer we een boom zien, zou die boom er toch moeten zijn, ook als we hem niet waarnemen? Dit klinkt logisch, maar laten we die veronderstelling eens nader bekijken. Stel jezelf de vraag: Wat ervaar ik nu eigenlijk als ik naar een boom kijk?

Het antwoord is eenvoudig: je ervaart kleuren, vormen, en misschien een gevoel van aanraking als je de boom aanraakt. Maar kleuren en vormen zijn geen eigenschappen van de boom zelf; het zijn zintuiglijke indrukken in jouw bewustzijn. Wat we werkelijk ervaren, zijn zintuiglijke waarnemingen en de interpretaties die onze geest daaraan toevoegt. De boom zoals wij die kennen, bestaat dus enkel in onze waarneming.

Wat als we ons vergissen?

Natuurlijk kunnen we hier een kritische noot plaatsen: als de boom alleen in onze waarneming bestaat, hoe verklaren we dan dat anderen dezelfde boom kunnen zien? Als jij en ik naast elkaar staan en naar dezelfde boom kijken, lijkt het alsof er iets is dat onafhankelijk van ons beiden bestaat, iets dat wij beiden kunnen waarnemen. Dit lijkt een sterk argument voor het bestaan van een objectieve wereld. Maar laten we dieper graven.

Wanneer jij en ik naar dezelfde boom kijken, ervaren we niet precies dezelfde boom. Jij ziet de boom vanuit jouw perspectief, en ik zie hem vanuit het mijne. Jouw ervaring is uniek en onvervreemdbaar van jouw bewustzijn, net zoals de mijne dat is voor mij. Wat wij delen, is niet de objectieve boom zelf, maar de overeenstemming in onze waarnemingen en taal. We zeggen allebei “dat is een boom,” maar de werkelijke boom blijft altijd gevangen in onze individuele ervaring. Wat we delen is een idee, niet een objectief gegeven.

Een praktisch voorbeeld

Stel je voor dat je in een drukke straat loopt, omringd door geluiden van auto’s, mensen, muziek uit winkels. Alles voelt concreet en echt. Maar stel dat je even stopt en je concentreert op één geluid, bijvoorbeeld het geluid van een auto die voorbijrijdt. Op dat moment verdwijnt alles behalve dat ene geluid uit je bewustzijn. Het lijkt alsof alleen dat geluid bestaat, en de rest van de wereld vervaagt. Als je vervolgens je aandacht verschuift naar een ander geluid, of naar het gevoel van je voeten op de stoep, neemt dat jouw volledige ervaring in beslag.

Dit eenvoudige voorbeeld laat zien dat wat wij de “wereld” noemen, steeds verandert afhankelijk van waar we onze aandacht op richten. De objecten en geluiden lijken vast en concreet, maar verschijnen en verdwijnen afhankelijk van onze waarneming. De wereld, zoals wij die ervaren, is niet vast; hij is veranderlijk en afhankelijk van ons bewustzijn.

De wereld als projectie van de geest

De volgende stap in ons onderzoek is misschien wat ongemakkelijk: als de wereld zoals wij die ervaren altijd afhankelijk is van onze waarneming, wat zegt dit over het bestaan van de wereld buiten onze waarneming? Hier komt een mogelijk controversiële gedachte: wat als de wereld zoals wij die kennen, niet onafhankelijk van ons bewustzijn bestaat, maar juist een projectie is van onze geest?

Dit klinkt wellicht vergezocht. Het lijkt alsof we het idee dat er een wereld buiten ons bestaat, compleet overboord gooien. Toch is het de moeite waard om te onderzoeken. De geest heeft vijf zintuigen waarmee hij de wereld waarneemt: zien, horen, voelen, ruiken en proeven. Deze zintuigen vormen onze volledige ervaring van wat we de buitenwereld noemen. Maar als we eerlijk zijn, hebben we nooit toegang tot de wereld zonder deze zintuigen. We kennen de wereld alleen als een verzameling zintuiglijke indrukken.

Sommigen zullen hierop wijzen dat dit perspectief leidt tot een vorm van solipsisme, het idee dat er niets anders bestaat dan ons eigen bewustzijn. Dit zou ons kunnen doen denken dat de wereld en andere mensen slechts fantasieën zijn van onze geest. Maar dat is niet wat hier wordt voorgesteld. De wereld en andere mensen verschijnen in ons bewustzijn, maar dat betekent niet dat ze illusies zijn. Wat we zeggen, is dat ze geen onafhankelijk bestaan hebben buiten bewustzijn. Ze zijn verschijnselen binnen bewustzijn, net zoals gedachten en emoties dat zijn.

Materie of geest?

Hier komen we bij een cruciaal punt. Wat we doorgaans materie noemen—de objecten buiten ons die we als vast en tastbaar beschouwen—is niets meer dan een reeks zintuiglijke ervaringen. We hebben nooit rechtstreeks contact met materie zelf, maar alleen met onze waarnemingen ervan. Wat we “materie” noemen, is een concept dat onze geest gebruikt om deze waarnemingen te organiseren. Maar zonder bewustzijn zouden deze waarnemingen niet bestaan. Zonder de waarnemer is er geen waarneming.

Laten we echter niet te snel concluderen dat de wereld slechts een creatie van de geest is. Er is iets dat deze waarnemingen draagt, een soort grondstof van ervaring. Maar wat is deze grondstof? Als we alle zintuiglijke en mentale eigenschappen verwijderen—kleuren, geluiden, vormen, gedachten—blijft er iets over. Dit is wat we kunnen noemen “puur zijn” of “puur bewustzijn.” Dit bewustzijn is de basis van al onze ervaringen, het constante waartegen de veranderlijke wereld van zintuigen en gedachten verschijnt.

De eenheid van ervaring

Dit alles leidt ons naar een diepgaand en misschien onverwacht inzicht: de wereld die we ervaren is geen onafhankelijke realiteit buiten ons, maar een verschijning binnen het bewustzijn. Dit roept een interessante vraag op: als alles wat we kennen door onze waarneming heen gebeurt, wat blijft er over wanneer we al die waarnemingen, al die ervaring, stap voor stap verwijderen? Wat als we alles wat we zintuiglijk of mentaal kunnen waarnemen—vormen, kleuren, geluiden, gedachten, emoties—terugbrengen tot hun essentie?

Dit is geen abstracte oefening, maar een proces dat we kunnen onderzoeken in ons eigen bewustzijn. Stel je voor dat je begint met een eenvoudig object, zoals een boom. Eerst observeer je de visuele kenmerken: de vorm van de bladeren, de schors, het licht dat door de takken valt. Maar wat als je al die visuele kenmerken loslaat? Wat blijft er over? Misschien voel je de textuur van de boomschors onder je hand, maar wat als ook dat gevoel verdwijnt? Ga dan verder: laat de geluiden van de omgeving, de gedachten over wat de boom is of betekent, één voor één los. Wat blijft er over?

Op een gegeven moment, wanneer je alle waarnemingen en mentale associaties hebt losgelaten, blijft er iets over dat niet kan worden waargenomen of vastgepakt. Dit “iets” is geen object, geen gedachte, geen gevoel. Het is niet zichtbaar of hoorbaar, niet tastbaar of ruikbaar. En toch, het is. Wat blijft, is het zuivere bewustzijn zelf, de ongrijpbare achtergrond waarin alle verschijnselen opduiken en verdwijnen. Dit bewustzijn is altijd aanwezig, hoewel het vaak over het hoofd wordt gezien, verborgen achter de sluier van onze constante stroom van ervaringen.

Nu ontstaat een subtiel maar intrigerend probleem: als we deze grens tussen onszelf en de wereld, tussen waarnemer en waargenomen, verwijderen, waar eindigt dan de waarnemer en begint de wereld? Als we ontdekken dat alle ervaringen—of ze nu extern (de wereld) of intern (gedachten en gevoelens) lijken te zijn—op dezelfde manier in ons bewustzijn opkomen, dan begint de overtuiging dat we een gescheiden, zelfstandig ‘ik’ zijn, te wankelen. Wat gebeurt er als die grens, die we zo vanzelfsprekend als onze identiteit beschouwen, begint te vervagen?

We hoeven deze vraag niet direct te beantwoorden, want het proces van het onderzoeken van deze grens is misschien belangrijker dan het vinden van een sluitende conclusie. In plaats van een definitieve scheidslijn te trekken tussen onszelf en de wereld, nodigt deze ontdekking ons uit om verder te onderzoeken. Wat als het idee van een ‘ik’ dat onafhankelijk is van de wereld slechts een constructie is? Wat als de wereld en wijzelf twee kanten zijn van dezelfde munt—verschillende uitdrukkingen van hetzelfde bewustzijn?

Het wegvallen van deze grens kan worden ervaren als een diep gevoel van eenheid, waarin de scheiding tussen subject (de waarnemer) en object (de wereld) oplost. Maar hier kunnen we een stap terug doen en ons afvragen: hoe zit het dan met ons dagelijks leven? We ervaren toch voortdurend dat we een individu zijn, gescheiden van de objecten om ons heen? En als die grens echt wegvalt, hoe passen we dat in ons alledaagse bestaan? Deze vragen bieden geen eenvoudige antwoorden, maar juist hier schuilt de uitnodiging om verder te onderzoeken.

Als we ons laten meeslepen door onze intuïtie en ervaring in deze richting, ontstaat er misschien een nieuwe blik op onszelf en de wereld. Het zou kunnen betekenen dat de wereld die we waarnemen niet langer een harde, vaste realiteit is die losstaat van ons bewustzijn, maar eerder een continu veranderende expressie van hetzelfde veld van ervaring. Wat zegt dat over onze relaties, over de manier waarop we de wereld tegemoet treden? En misschien nog belangrijker: wat betekent het voor de diepere vraag wie of wat wij zelf werkelijk zijn?

In plaats van definitieve antwoorden te geven, zou deze ervaring ons kunnen aanzetten tot meer nieuwsgierigheid. Wat gebeurt er als we de overtuiging van een afzonderlijk ‘ik’ loslaten? Wat als we de wereld niet langer zien als iets wat buiten ons staat, maar als een voortdurende dans van waarnemingen, gevoelens, en gedachten die allemaal opkomen in dezelfde ruimte van bewustzijn? Dit is geen concept dat je hoeft te begrijpen, maar een werkelijkheid die je kunt verkennen—één stap, één ervaring tegelijk.

Please follow and like us:
Prana Lite

Door Prana Lite