Vragensteller: Rupert, ik heb je horen spreken over het idee dat we een “bewustzijnsmodel” zouden moeten aannemen in plaats van het gangbare “materiemodel.” Kun je me uitleggen waarom dat nodig zou zijn? Ik bedoel, we hebben al zoveel wetenschappelijke vooruitgang geboekt door uit te gaan van materie als de basis van de werkelijkheid. Waarom zou bewustzijn ineens aan de basis moeten staan?
Rupert: Een goede vraag, dank je. Het materiemodel stelt inderdaad dat materie de fundamentele bouwsteen van de werkelijkheid is, en dat bewustzijn een bijproduct is van complexe materiële structuren, zoals het brein. Maar wat het materiemodel niet kan verklaren, is hoe objectieve materie subjectieve ervaring voortbrengt. Hoe komt het dat uit een objectieve wereld van materie het innerlijke, subjectieve ‘ik’ ontstaat dat dingen voelt, denkt en zich bewust is van zichzelf?
Vragensteller: Ik begrijp dat het moeilijk te verklaren is, maar waarom zouden we dan aannemen dat bewustzijn fundamenteel is? Misschien is het gewoon een illusie die ons brein voortbrengt. Waarom kan het materiemodel dit niet gewoon als een nog op te lossen mysterie beschouwen?
Rupert: Het punt is dat het materiemodel een hele reeks van aannames nodig heeft om bewustzijn als bijproduct te verklaren. Het uitgangspunt van het materiemodel—dat alles materieel en objectief is—laat geen ruimte voor iets dat subjectief is. Toch kennen we allemaal onze subjectieve ervaring. Elk van ons weet dat we “zijn” en “ervaren”. Bewustzijn is niet een klein detail aan de rand van ons bestaan; het is de basis van elk moment en elke waarneming die we hebben. Zonder bewustzijn is er helemaal geen ervaring mogelijk.
Vragensteller: Oké, dat klinkt interessant. Maar stel dat we dat bewustzijnsmodel aannemen. Wat verandert er dan precies? Hoe zou het ons beeld van de wereld veranderen, en hoe zou dat beter zijn dan ons huidige wetenschappelijke model?
Rupert: Een hele goede vraag. Het bewustzijnsmodel begint niet bij objecten en materie, maar bij het “ervaren” zelf, het bewustzijn dat zich bewust is van dingen. Het stelt dat alles wat we ervaren—gedachten, emoties, waarnemingen—verschijnselen zijn die in bewustzijn ontstaan, door bewustzijn worden gekend en uiteindelijk weer verdwijnen in bewustzijn. In plaats van te zeggen dat de wereld bestaat uit objecten die vervolgens bewustzijn produceren, zegt het bewustzijnsmodel dat alles wat we kennen verschijnt binnen bewustzijn en van bewustzijn gemaakt is.
Vragensteller: Maar als ik hier tegenover je zit, voel ik wel echt dat mijn lichaam stevig is, dat de stoel onder me me draagt, en dat jij hier in dezelfde fysieke ruimte bent. Dat voelt niet alsof het slechts “verschijnt in bewustzijn.” Dat voelt alsof het echt en tastbaar is, onafhankelijk van wat ik ervan denk of voel.
Rupert: Ja, die ervaring is echt, en ik stel niet dat we die ontkennen. Wat ik voorstel is dat we deze ervaring anders interpreteren. Neem bijvoorbeeld een droom. Als je droomt, lijkt alles ook heel echt. Je voelt jezelf lopen, je ziet mensen, je hoort geluiden—totdat je wakker wordt en je beseft dat alles een projectie van je geest was. Ik suggereer niet dat we nu in een droom leven, maar ik gebruik het als een analogie om te laten zien dat het ‘echte’ misschien helemaal niet zo vast en objectief is als we denken. In het bewustzijnsmodel verschijnt alles binnen en door bewustzijn, net zoals de inhoud van een droom binnen het bewustzijn van de dromer verschijnt.
Vragensteller: Interessante vergelijking, maar het idee dat bewustzijn “alles” is, klinkt nog steeds abstract. Hoe zou dit idee concreet mijn leven veranderen, of dat van anderen?
Rupert: Wanneer je bewustzijn als de basis van de werkelijkheid ziet, verschuift het perspectief fundamenteel. In plaats van onszelf te zien als afzonderlijke individuen in een objectieve wereld die soms bedreigend of beangstigend kan zijn, ontdekken we dat we één zijn met die bron die alles doordringt. Het creëert een gevoel van verbondenheid en vrede, omdat je niet langer opgesloten zit in de overtuiging dat je een geïsoleerd lichaam-geest-complex bent, afhankelijk van externe omstandigheden voor geluk of veiligheid.
Vragensteller: Dus het gaat niet alleen om een filosofische of wetenschappelijke draai, maar ook om een praktisch, psychologisch effect?
Rupert: Precies. Het idee dat bewustzijn fundamenteel is, helpt ons te zien dat geluk en vrede niet afhankelijk zijn van externe omstandigheden. Dit bewustzijn, dit ‘zijn’ waarin alles verschijnt, is al heel, al compleet. Als we dit diep gaan herkennen, kunnen we onze zoektocht naar vrede en geluk in de buitenwereld loslaten en in plaats daarvan rusten in het bewustzijn zelf—het “ik ben” dat we allemaal delen.
Vragensteller: Maar heeft het materiemodel ons niet juist veel goeds gebracht? Hoe passen we al onze ontdekkingen en technologieën in dit bewustzijnsmodel?
Rupert: Het materiemodel heeft inderdaad veel praktische kennis en technologie opgeleverd, en ik stel niet voor dat we die overboord moeten gooien. Wat ik voorstel, is een verandering in perspectief, niet in de wetenschap zelf. In het bewustzijnsmodel blijft de natuurkunde, de biologie, alles wat we in de wereld kennen, bestaan. Alleen wordt het nu gezien als verschijnselen binnen bewustzijn, in plaats van verschijnselen die bewustzijn zouden voortbrengen. Bewustzijn blijft onaangetast, de onderliggende realiteit van alles.